Als een datadienstgebruiker gebruik wil maken van een datadienst van een bepaalde datadienstaanbieder, moet deze eerst weten uit welke elementen de datadienst bestaat en wat de eigenschappen van de datadienst zijn. Pas wanneer de datadienstgebruiker alle nodige informatie over een datadienst kent, kan deze de datadienst gebruiken. In de onderstaande tabel worden de generieke acties die plaatsvinden bij het ontdekken van een datadienst weergegeven. In de data service specification wordt vastgelegd welke elementen een datadienstaanbieder moet beschrijven om de datadienstgebruiker alle nodige informatie te verschaffen.

In het DSGO worden verschillende datadiensten aangeboden door verschillende datadienstaanbieders. Potentiële datadienstgebruikers moeten daarom weten welke datadiensten worden aangeboden in het DSGO en behoeven inzicht in de benodigde informatie over deze datadiensten om te ontdekken of zij daar gebruik van kan/wil maken. Bij het ontdekken van een datadienst in het DSGO speelt de stelselcatalogus een cruciale rol. De stelselcatalogus biedt zichtbaarheid van datadiensten in het DSGO, zowel voor mensen (zie de prototype stelselcatalogus) als direct voor machines (machine readable prototype stelselcataloguszie stelselvoorzieningen). De stelselcatalogus bevat alle nodig nodige informatie over de geregistreerde datadiensten (b.v deelnemers, datadienstspecificaties etc.). Elke datadienstaanbieder heeft de keuze om haar datadienst in de stelselcatalogus op te laten nemen. Deze pagina beschrijft de situatie waarbij de datadienstaanbieder de datadienst wel in de stelselcatalogus laat opnemen.

...

#

...

Interactiemodel

Het onderstaande figuur bevat de generieke interacties die plaatsvinden bij het ontdekken van een datadienst, de tabel bevat beschrijvingen van deze interacties.

...

...

1. Datadienstregistratie

De datadienstaanbieder definieert haar geïmplementeerde datadienst in de datadienstspecificatie template (download de template hier). De datadienstaanbieder deelt de datadienstspecificatie template met de Beheerorganisatie DSGO tijdens tijdens het toetredingsproces.

2. Opname in stelselcatalogus

Wanneer datadienstregistratie correct is uitgevoerd, dan verwerkt de Beheerorganisatie DSGO de datadienstspecificatie in de stelselcatalogus.

3. Ontdekkingsverzoek

Een potentiële datadienstgebruiker kan op twee manieren informatie over beschikbare datadiensten ophalen in de stelselcatalogus.

1. Via de stelselcataloguswebsite

2. Via de stelselcatalogus API (het /data_services endpoint)

4. Ontdekkingsresponse

Als de stelselcataloguswebsite geraadpleegd wordt door een mens, wordt daar de beschikbare informatie gepresenteerd. Wanneer het /data_services endpoint wordt geraadpleegd, wordt het verzoek gevalideerd tegen de voorwaarde en stuurt deze een geschikte response naar de potentiële datadienstgebruiker. Om de stelselcatalogus API te bevragen is een access token verplicht en dient de potentiële datadienstgebruiker een deelnemer te zijn. De ontdekkingsresponse op een /data_services verzoek wordt getekend met een onweerlegbaarheid JWT, waarmee de potentiële datadienstgebruiker juridische zekerheid heeft over de inhoud hiervan. Hiermee kan de ontdekkingsresponse bij incidenten worden gebruikt als bewijslast van de voorwaarden op basis waarvan de dienst afgenomen wordt.

5. Datadienstregistratie beheer

Een datadienstspecificatie in de stelselcatalogus kan worden gewijzigd of verwijderd via de Beheerorganisatie DSGO. Afhankelijk van de grootte van de wijziging, beoordeelt de Beheerorganisatie DGSO of stap 1 en 2 hierboven opnieuw moeten worden doorlopen. Verwijdering van de datadienst uit de stelselcatalogus kan gebeuren op verzoek van de datadienstaanbieder zelf, bijvoorbeeld wanneer een update van de datadienst heeft plaatsgevonden, of als uitkomst van het handhavingsproces.