Gebruikers van het afsprakenstelsel moeten zich houden aan zowel het Nederlands als het Europees mededingingsrecht, zoals opgenomen in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Voor het afsprakenstelsel zijn de onderwerpen betreffende kartelvorming en het misbruiken van economische machtsposities van het mededingingsrecht relevant.
Kartelverbod: heeft betrekking op overeenkomsten of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die mededinging op de Nederlandse en Europese markt beïnvloeden, hieronder valt onder andere coördinatie over het zetten van prijzen of contractuele voorwaarden. Afspraken binnen het afsprakenstelsel mogen er niet toe leiden dat mededinging op deze markten voor niet-deelnemende partijen beïnvloed wordt. Bovendien moet de toetredingsprocedure tot het afsprakenstelsel gelijk zijn voor iedere welwillende partij.
Economische machtspositie: Het mededingingsrecht bepaalt dat ondernemingen hun economische machtspositie niet mogen misbruiken. Ondernemingen met een economische machtspositie moeten waarborgen dat concurrenten, leveranciers, afnemers en eindgebruikers, kunnen mededingen op de Nederlandse en Europese markt of een deel daarvan. Bij totstandkoming van en gedurende de continue ontwikkeling van het afsprakenstelsel, mogen partijen als gevolg van deze wetgeving geen afspraken afdwingen op basis van hun economische machtspositie.