Merk op, het afsprakenstelsel DSGO is nog in ontwikkeling. Zie de Aanpak ontwikkeling afsprakenstelsel voor meer informatie. Voor vragen of opmerkingen neem contact op met afsprakenstelseldsgo@digigo.nu

BIM voor vergunning of melding afhandelen voor gebouwen met als gebruiksfunctie woonfunctie

Merk op, deze specifieke afspraken komen voort uit de BIM-vergunningen use case binnen het DSGO programma.

Binnen waardeketen Fase 01.02 worden (o.a.) vergunningen aangevraagd voor gebouwen met als gebruiksfunctie woonfunctie. Wanneer in deze context BIM-modellen worden gedeeld in een datadienst gelden de afspraken op deze pagina. Deze afspraken bouwen voort op de afspraken voor BIM in datadiensten voor vergunning of melding afhandelen in deze gespecificeerde context. Een gebouw met een woonfunctie (volgens het Informatiepunt Leefomgeving) is gebouw waar een onderdeel van wordt gebruikt om te wonen. Dat wil zeggen dat het adres als woonadres in de gemeentelijke basisadministratie staat.

Als datadiensten gebruikt worden in de Fase 01.02 Vergunning of Melding Afhandelen, en gebruik maken van gestructureerde geometrische modellen (een BIM-model) voor een gebouw met een woonfunctie dan MOETEN partijen alle DSGO.BIM.Vergunning.Woonfunctie afspraken volgen

Georeferentie

Het is voor alle betrokkenen (bv projectontwikkelaars en gemeentes) essentieel om het ontwerp te kunnen relateren aan een plek in de fysieke wereld. Daarvoor moet de ontvanger van een BIM-model weten welk coördinatenstelsel gebruikt is. Volgens Geonovum’s Handreiking Gebruik coördinaatreferentiesystemen bij uitwisseling en visualisatie van geo-informatie, wordt hier het Rijksdriehoeksstelsel voor gebruikt. Dit is het nationale geprojecteerde coördinatensysteem. Naast de x en y coördinaat in het RD_new stelsel, is de hoogte t.o.v. NAP ook van belang, al is de peilhoogte in projecten soms pas laat bekend. Er is gekozen om zowel EPSG:7415 als EPSG:28992 te gebruiken vanwege het belang de peilhoogte (in EPSG:7415) en de brede adoptie van EPSG:28992. Binnen IFC is IFCClass:IfcProjectedCRS speciaal voor verwijzingen naar coördinatensystemen toegevoegd in de overgang naar IFC4.

DSGO.BIM.Vergunning.Woonfunctie: Datadienstaanbieders MOETEN ondersteunen dat het lokale nulpunt een verwijzing bevat naar het Rijksdriehoeksstelsel (RD_new) en de hoogte t.o.v. NAP, door bij IFCClass:IfcProjectedCRS de waarde Name:EPSG:7415 te gebruiken of Name:EPSG:28992 en als Z-waarde de hoogte tegenover NAP te gebruiken

IFCMAPCONVERSION is binnen IFC de meest nauwkeurige & gebruikelijke plek om coördinaten door te geven. De volgende afspraak borgt dat de drie benodigde coördinaten in ieder geval ingevuld zijn. Schaal en rotatie zijn ook vaak van belang en worden mogelijk in een latere versie toegevoegd.

Bouwlaagnaamgeving

Het specificeren van bouwlagen naamgeving voorkomt onduidelijkheid, bijvoorbeeld over wat de 1e verdieping is (begane grond, of de verdieping daarboven). De BIM Basis ILS specificeert bouwlaagnaamgeving (gebaseerd op de RVB BIM Specificaties v1.1-c paragraaf 2.1.9). Binnen IFC is IFCBUILDINGSTOREY de class die gemaakt is voor bouwlaagnaamgeving.

Oppervlaktes en ruimten

Zowel voor projectontwikkelaars als voor gemeentes zijn de oppervlakten en ruimten van een gebouw nodig om bijvoorbeeld een kosten-batenanalyse te maken of een bestemmingsplantoets te doen. NEN2580 definieert een norm voor het bepalen van oppervlakten en ruimten van gebouwen. Hieronder volgen afspraken voor hoe Bruto Vloeroppervlak (BVO), Gebruiksoppervlak (GO) en Netto Vloeroppervlak (NVO) te specificeren in BIM-modellen. Naast BVO, GO en NVO zijn ook andere NEN2580 normen van belang, deze worden mogelijk in een latere versie toegevoegd.

IfcSpatialZone wordt gebruikt voor BVO en GO omdat deze entiteit breder is en gebruikt kan worden om verschillende zones of gebieden in een gebouw of op een locatie te definiëren. IfcSpatialZone kan dus ruimten en elementen groeperen. Dit maakt het geschikt om het BVO of het GO te berekenen, aangezien dit oppervlaktes omvat die ook delen van de bouwconstructie zoals muren en kolommen bevatten. Binnen IFC is voor BVO en GO geen geschikt type gedefinieerd waardoor gekozen is voor USERDEFINED.

Attribuut in IfcSpatialZone

Beschrijving

Name

Optioneel

Vrij te kiezen ruimte nummer, bijvoorbeeld: O.12

ObjectType

Verplicht

MOET gelijk zijn aan “BVO”

LongName

Optioneel

Vrij te kiezen tekst, bijvoorbeeld: oostvleugel laagbouw

Description

Optioneel

Vrij te kiezen tekst omschrijving, bijvoorbeeld: sociale woningen

Attribuut in IfcSpatialZone

Beschrijving

Name

Optioneel

Vrij te kiezen ruimte nummer, bijvoorbeeld: 1-003

ObjectType

Verplicht

MOET gelijk zijn aan “GO”

LongName

Optioneel

Vrij te kiezen ruimte tekst, bijvoorbeeld: Penthouse

Description

Optioneel

Vrij te kiezen ruimte omschrijving, bijvoorbeeld: Hoek appartement met uitzicht op haven

Voor NVO wordt IfcSpace gebruikt, wat typisch gebruikt wordt om ruimtes binnen een gebouw te definiëren. Het is bedoeld om een specifieke ruimte in het gebouw te representeren zoals een kamer, gang of liftschacht. Omdat IfcSpace de daadwerkelijke bruikbare ruimte binnen de muren, vloeren en plafonds van die specifieke ruimte representeert kan het worden gebruikt om de bouwbesluitfuncties te beschrijven en NVO te berekenen. De waardes in onderstaande tabel zijn gekozen zodat ze in lijn zijn met de Basis ILS, ILS O&E en RVB BIM norm ondanks dat dit afwijkt van de opbouw van de tabellen bij de twee voorgaande afspraken. Binnen IFC is voor NVO geen geschikt type gedefinieerd waardoor gekozen is voor USERDEFINED.

Attribuut in IfcSpace

Beschrijving

Name

Optioneel

Vrij te kiezen ruimte nummer, bijvoorbeeld: 1.12 of B_S_123.21

ObjectType

Verplicht

MOET waarde uit ruimtefunctie bevatten, gedefinieerd volgens RVB BIM specificities tabblad: Ruimtefunctie, bijvoorbeeld: verblijfsruimte, verkeersruimte

LongName

Verplicht

MOET gelijk zijn aan “NVO”

Description

Optioneel

Vrij te kiezen ruimte tekst, bijvoorbeeld: kantoorruimte Hans

Groepering ruimtes

Door ruimtes te groeperen in zones, kunnen eigenschappen of attributen die gemeenschappelijk zijn voor alle ruimtes in die zone efficiënter worden beheerd. Om aan die behoefte te voldoen, is binnen de IFC-standaard IfcZone ontworpen waarmee IfcSpaces gegroepeerd kunnen worden onder één overkoepelende eenheid. Afhankelijk van de behoeften van een project kunnen zones worden gecreëerd op basis van functionele vereisten, verhuurbare eenheden, eigendomsgrenzen of andere criteria. Daarnaast wordt het eenvoudiger om specifieke delen van een gebouw te isoleren voor visualisatie of analyse. In het kader van de context van vergunningsverlening voor gebouwen met een woonfunctie, is hier gekozen om ‘woonfunctie’ als ObjectType verplicht te stellen. Daarmee wordt de relatie gelegd tussen ruimten in een BIM-model en zowel de bouwbesluitfunctie als het bestemmingsplan.

Attribuut in IfcZone

Beschrijving

Name

Optioneel

Vrij te kiezen naam, bijvoorbeeld: huisnummer, bouwnummer

ObjectType

Verplicht

MOET gelijk zijn aan “woonfunctie”

LongName

Optioneel

Vrij te kiezen tekst als informatieve omschrijving

Description

Optioneel

Vrij te kiezen tekst, bijvoorbeeld: Woning van Lex

Voorbeeld

In lijn met de afspraken voor DSGO.BIM.Vergunningen, moeten de indieningsvereiste zoals geformuleerd in DSGO.BIM.Vergunning.Woonfunctie afspraken beschikbaar worden gesteld als IDS. Ter illustratie, hieronder een voorbeeld van een human-readable en machine-readable format van een IDS die de DSGO.BIM.Vergunning.Woonfunctie eisen bevat.

Human-readable:

Machine-readable: